-
1 drivel
n. onzin--------v. zwammen, kletsendrivel1[ drivl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————drivel2〈werkwoord; drivelled〉1 zwammen ⇒ (onzin) kletsen, zeveren♦voorbeelden:1 drivel on • doorleuteren/wauwelen -
2 calembredaine
calembredaine [kaalãbrəden]〈v.〉1 onzin ⇒ kletspraat, flauwe praat♦voorbeelden:trêve de calembredaines! • genoeg gekletst! -
3 bla-bla
bla-bla,onzin kletsen -
4 dire des calembredaines
dire des calembredaines -
5 Stroh
〈o.; Strohs〉♦voorbeelden:¶ leeres Stroh dreschen • (onzin) kletsen, leuterenStroh im Kopf haben • zo stom zijn als een varken -
6 leeres Stroh dreschen
(onzin) kletsen, leuteren -
7 blether
-
8 waffle
n. wafel; taart; gedaas, gezwam--------v. wauwelen, kletsenwaffle1[ wofl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wafel————————waffle2〈 werkwoord〉 〈Brits-Engels; informeel〉 -
9 нести вздор
-
10 yak
-
11 shoot off one's mouth
nonsens vertellen, kletsen, onzin praten -
12 labbern
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский